Winther-Storm – Patchwork
Zijn jazzrock en fusion dood of gedateerd? Verbindingen leggen tussen genres en culturen is aan de orde van de dag, maar dé muzieksoort uit de jaren zeventig lijkt zijn tijd te hebben gehad. Natuurlijk zijn bands als Yellowjackets en Kneebody nog succesvol, maar de stijl lijkt ten onder gegaan aan krachtpatserij en vingervlug geneuzel. Een band als Winther-Storm begeeft zich ook op dit gebied.
Je zou Winther-Storm te kort doen door ze op het genre vast te pinnen, hun werkterrein is ruimer dan dat en hun brandpunt is niet zo geconcentreerd. Blues, conventionele jazzballads, modale jazz en pure rock krijgen ook een plek op hun setlijst. Sommige nummers zijn meer een schets dan een compositie, wellicht minder gestructureerd, maar misschien juist daardoor wel sfeervol. De afsluitende track, een soundscape met vervormde gitaar, langgerekte noten op sax, gestreken bas en roffelende drums, onderstreept nog maar eens de variatie in het repertoire.
‘Patchwork’ opent door een bizar nummer met hoekig gitaarspel van Håkon Storm en syncopen in de ritmesectie. De track komt hakkelend en hortend tot een gelukkig eind, nadat saxofonist Natalio Sued de solopartij herhaaldelijk heeft overgenomen in een vloeiend klinkende brug die het nummer met vlotte streken gladstrijkt. Als je het eerste stuk van het album hebt gedraaid, heb je meteen het beste, want markantste van de plaat gehad.
Sued op tenorsax heeft een ronde, schone klank zonder scherpe randjes, dat is weer eens wat anders dan het cliché van de scheurende sax. Sued speelt in de ballads heel zuiver en delicaat, met fraaie, open akkoordprogressies van Storm op elektrische gitaar. De twee komen nader tot elkaar als sax en gitaar unisono klinken. Elders hoor je bas en gitaar elkaar aftasten en om elkaar heen cirkelen. Ze snijden de ander daarbij niet de pas af, maar blijven wel dicht bij elkaar in de buurt en verliezen elkaar niet uit het oog. Thomas Winther Andersen speelt een smeuïge solo op akoestische bas, vol beweging. Overigens leverde hij de meeste composities, de rest komt van Storm. Mark Coehoorn op drums zet veel afwijkende maatsoorten in en verschaft klinkende ritmische accenten.
‘Patchwork’ is een gevarieerde plaat geworden met hoogstaand samenspel en wisselende composities. Het onderscheidene van de opening krijgt geen vervolg, in die zin stelt de cd teleur. Toch heeft de rest van het album voldoende niveau, ofschoon minder afwijkend. En de binnenkomer is wel mooi het langste nummer, efficiënt genieten dus maar
Jan Jasper Tamboer